Muizenoor. Deel 4. Piano.

Muizenoor.
Dorlan Slefficsroth


4 . Piano.



“Punt één: een leerjongen moet op tijd zijn.” declameerde het hoofd van de Human Resources. In dit tuincentrum was er geen plaats voor leeglopers, daar liet de opgeschoten kale kop geen misverstand over bestaan.  Zijn arbeidsregement bakende alles mooi af, was opgesteld als de beste kweekserre: met goed verstand en bakken inzicht.  Roman knelde zijn blauwe petje met beide handen voor zijn kruis, alsof hij iets te verbergen had. En dat had hij ook. In zijn opwinding liet hij zich in de broek vlotjes gaan. “Punt twee:  geen slechte vrienden, geen drugs, geen medicatie. Neem jij iets?” Tot zover, ook de punten drie, vier en vijf. Zonder dat hij Roman de tijd gaf om te reageren. Waarom wel? De zelfzekere personeelschef kende de antwoorden vooraleer zij gegeven werden. Of beter : gaf ze zelf, voor de anderen hun mond opendeden.  Over de laatste vragen las hij losjes heen en trok er korte streepjes naast, die neen, neen en nog eens neen moesten betekenen. Ieder zijn manier om met taal om te gaan. Tot zover de inleiding, over naar  hoofdstuk één. “Jij begint met het moeilijkste. Bij de ochtendploeg. Daar leer je het meest. Vorming heet dat. En, oh ja, voor ik het vergeet: blijf met je poten van jonge plantjes af. Die zijn te teder voor grut als jij. Stelletje onbekwamen!” Met een ruk nam Roman het petje van voor zijn kruis en trok het resoluut over zijn kop. Hopelijk zag Human Resources zo, tot wat het jong grut tegenover hem wél in staat was. En het viel in goede aarde. “Eén keer per week verifier ik je gerief.” gniffelde de augurk. “En ‘s avonds moet het proper zijn en netjes opgeborgen worden.”
Uitdrukkingsloos keek Roman hem aan. Hopelijk bleef de personeelschef ook met zijn poten van de jonge plantjes af.


Hij kreeg een grasgroene overall die op de groei voorzien was, maar dat vond hij juist prettig. Zo kon hij langs binnen, zijn lijf ongegeneerd van torso tot kruis aaien. En de stugge stof voelde als een harnas. Lekker veilig. In de wandspiegel van de latrine gaf hij zichzelf negen op tien. Nog wat gezonde buitenlucht voor een bruine huidskleur en het plaatje was af.
Roman was tuinman.
Wat een geluk dat hij te licht bevonden werd voor het alfabet. Botanica was zijn ding.


Liefst werkte hij in volle zon of halfschaduw.  Met af en toe een stevige bui, die de grond sappig hield. Zijn bladgroene werkplunje paste hem met de dag beter. Maakte hem steeds knapper. En wat een prachtjob. Hier kon hij wortel schieten. Om zes uur ‘s morgens beginnen, viel de eerste dagen nogal zwaar, maar hij was snel met het strakke tijdschema vergroeid. De broze ochtendzon deed hem goed. Vooral sinds hij een nieuwe vriend had: Emre. Een lange stengel met geelrossig haar en een stugge dauwgeur, wat Roman extra aantrok. Schuw leunde hij tegen hem aan.
“Volgende woensdag werken wij in een park bij partikulieren. Mensen met geld. Opletten dus.  Jullie wieden onkruid aan de kant van de vijver.” beet Human Resource hen op een dag toe.
“Bij de Guttmans?” vroeg Emre.
“Bij de Guttmans, ja. Een vaste klant. Heel vaste.”
“Mooi park.” fluisterde Emre in het oor van Roman. Hij wist er alles van. Als tweedejaars had hij de nodige kennis en al een stuk ervaring. “Mevrouw Guttman is een pianiste die dol is op groen. Zij heeft de mooiste rododendrons en haar vijver heeft een tapijt van Stijf Vergeet-Mij-Nietjes.”
“Embryophytae?” kaatste Roman terug. Met een glimlach en een dubbele y. De nagel op de kop.
“Jep!” loste Emre en maakte spleetogen om hem te overtroeven: “Spermatopsida.”
Roman fronste het voorhoofd. Die benaming vond hij wat lullig. De geur die bij hem binnendrong niet.
“Tweezaadlobbigen.”  verbeterde Emre zichzelf met een gemene greins. Dat maakte de indringer nog extra opwindend.
“Hoe weet jij dat zo goed?”
“Ik ben geboren voor de fauna.”
Jij ook, wou Roman zeggen. Maar hij deed het niet. Elke bevestiging is een beperking en hij wou alles openlaten voor de toekomst.
“Als je wil, geef ik jou de uitleg met de nodige details.” knipoogde Emre.
“Graag.”
In het hoofd van Roman klonk een verre Satie. Hij keek uit naar de woensdag, de vijver en de pianiste.

Reacties

Populaire posts